Miniatuurvoorbeeld
Onze regio stevent af op een overschot aan afvalovens. Wat een bedreiging is voor de stabiliteit van de afvalverwerking in Vlaanderen. In het slechtste geval zou het er zelfs voor kunnen zorgen dat er weer meer recycleerbaar afval wordt verbrand.

Afval is al lang niet zomaar afval meer. Het besef dat we met afvalverbranding en storten kostbare grondstoffen vernietigen, bestaat in Europa al van in de jaren zeventig. Toen gaf Europa de aanzet voor selectieve inzameling, voor de beruchte 'ladder van lansink' waar voorkomen en recycleren boven storten en verbranden gaat. Tijden van crisis werken zuinig beheer van grondstoffen verder in de hand. Zo kiest het Vlaams regeerakkoord resoluut voor een verdere omslag van afvalbeleid naar 'materialenbeheer'. Dat is een duur woord voor 'de schaarse grondstoffen nog slimmer gebruiken'. Dankzij het gebruik van nieuwe technieken weegt een PETfles bijvoorbeeld een stuk minder dan tien jaar geleden. Er is dus minder petroleum nodig voor één flesje. Andere fabricanten bedenken een nieuwe stoel waarvan je de onderdelen kan demonteren. De verschillende materialen die voor de stoel gebruikt zijn, zijn dan apart allemaal recycleerbaar. Slim ontwerpen en slim sorteren gaan hier hand in hand.
Enkele trends doorkruisen echter deze mooie intenties. Europa verplicht haar lidstaten om de grenzen open te stellen voor bedrijfsafval, ook als dat naar verbranding gaat. Grote tonnages beginnen hierdoor vrijelijk rond te bewegen op een brede markt. Dure fossiele energie nodigt uit tot het zoeken naar alternatieven: als petroleum te duur wordt, kan afval misschien een goedkope vervangende brandstof worden? Recent opende in Oostende wat men een 'biostoomcentrale'noemt - eigenlijk niets anders dan een afvaloven - die zogenaamd als eerste in Vlaanderen energie maakt uit afval. Precies wat de Vlaamse intercommunales al decennia doen in hun eigen afvalverbrandingsinstallaties. Momenteel circuleren in Vlaanderen niet minder dan zes concurrerende voorstellen voor de bouw van nieuwe afvalverbrandingsinstallaties. Hetzelfde gebeurt in de ons omringende regio's. Terwijl niemand weet waar al dat afval dan vandaan moet komen. De Benelux en Duitsland stevenen recht af op een overcapaciteit aan afvalverbranding.

De verleiding zal groot zijn om deze installaties te vullen met afval dat eigenlijk voor recyclage bedoeld is. In Nederland bieden grote afvalbedrijven nu al dumpingtarieven aan voor verbranding. De recyclagesector trekt er aan de alarmbel en wees in een “brandbrief" aan de bevoegde ministers op de nefaste effecten van overcapaciteit voor afvalverbranding.
Grote industriële groepen verstoren de markt door tijdelijk met 'wurgtarieven' te werken. Dat kunnen ze omdat ze de hele kost van de werking van hun installaties volledig aanrekenen...... aan de gezinnen. Deze installaties hebben immers vaak contracten met gemeenten, die verplicht zijn het huishoudelijk afval uit hun regio daar te leveren. Daarvoor worden dan bijzonder hoge bedragen aangerekend, die doorgerekend worden in de lokale belastingen. Een buitenlands bedrijf steekt het niet langer onder stoelen of banken en schuimt vandaag de Belgische markt af op zoek naar afval voor verbranding aan lage prijzen. Financieel krijgen ze de zaak rond omdat ze een veel hogere kost aanrekenen aan de belastingbetaler in Duitsland en Nederland.
In Vlaanderen ligt er momenteel één concreet dossier voor waarbij een vergunning voor een nieuwe installatie al dan niet verleend zal worden. Opvallend: het is een dossier dat niet voldoet aan de vereisten van het Vlaamse afvalstoffenplan. Een plan dat nochtans kracht van wet heeft en bindend is voor de overheden. Met een vergunning voor deze installatie zou men niet alleen ingaan tegen het Vlaams beleid, het zou de overcapaciteit en de hierboven vermelde risico's alleen maar versterken.
We hebben vandaag in Vlaanderen voldoende kwalitatieve installaties die voldoen aan strenge milieunormen. Die energie produceren. Onze gemeenten , onze bevolking, hebben geïnvesteerd in deze installaties, die nu al nauwelijks opgevuld raken. Dus waarom nog nieuwe ovens bouwen? Of willen we echt in de kaart spelen van grote groepen die de andere marktspelers wegconcurreren middels -in eerste instantie- dumpingprijzen, maar op termijn wel de -hogere- prijs zullen bepalen?
De Europese context is wat hij is, maar we mogen van Vlaanderen tenminste verwachten dat ze assertief omspringen met wat ze wél in eigen handen hebben. Het niet langer vergunnen van nieuwe afvalovens is een keuze die Vlaanderen wel kan maken. Doet ze dat niet, dan komt recyclage en materialenbeheer op de helling te staan. En zal de overheid hebben meegewerkt aan ecodumping op kap van de gezinnen.

Meer actuele berichten